CRITICUS:  Zonden begaan? Dat doen toch alleen criminelen. En als wij zondigen  dan is God zo barmhartig dat hij ons snel vergeeft. We horen veel over Gods liefde; en zou hij dan voortdurend eisen dat wij onze zonden belijden en om vergiffenis vragen?  Dat   schijnt hij toch wel te doen in de Mis. We horen  te veel van ‘boete doen’ of anders  ‘straf van God’  Wij zijn toch allang vergeven. God is liefde. Hij praat niet over zonde, schuld of straf.  Dus geen berouwvol kloppen op de borst meer  in de liturgie, maar vrolijk vieren.

Je kunt over zonde en schuld wel luchtig praten, en dat wordt veel gedaan in onze tijd, nu het zondebesef  gedaald is op weg naar het minimum. Maar zonden zijn een harde realiteit die niet te kleineren valt. Jezus noemt een onaantrekkelijk rijtje in Marcus (7,20-23): “Wat uit de mens komt, dat maakt de mens onrein. Want van binnenuit, uit het hart van de mensen, komen de kwade gedachten, ontucht , diefstal, moord, overspel, hebzucht, gemeenheid, bedrog, bandeloosheid, jaloezie, laster, hoogmoed, lichtzinnigheid. Al deze slechte dingen komen van binnenuit en maken de mens onrein.”  We zouden dit rijtje nog veel langer kunnen maken met kwaad dat we rondom ons of op de media zien en horen:  bomaanslagen op onschuldige burgers, mensenhandel, seksueel misbruik van kinderen, en zo veel andere overtredingen tegen God en tegen de menselijke natuur.

We mogen ook echt wel de vinger naar onszelf wijzen. Is ons geweten gevoelig genoeg om goed en kwaad te onderscheiden? Om slechts enkele zonden van verzuim  te noemen: Heb ik echt eerbied voor God en bedank ik hem genoeg voor al zijn goede gaven, zoals mijn gezondheid, talenten, familie en vrienden?  Dus bid ik voldoende? Vooral op zondag? Geef ik genoeg liefde en zorg voor mijn familie?  Na ruzie heb ik naar verzoening gezocht? Ben ik eerlijk in mijn geldzaken?  Enzovoort. Zondigen gebeurt niet alleen in daden en in het verzuim ervan, maar nog meer in gedachten en begeerten. Dat las je zojuist in de woorden van Jezus hierboven.

Ernstige vergrijpen ofwel doodzonden tegen God  of onze naasten gebeuren niet zomaar; daar is wel wat voor nodig. Eerstens, het moet een ernstige zaak zijn. Tweedens, de dader is daar wel degelijk van bewust. En ten derde, hij of zij wil zelf echt die slechte daad doen. Uit vrije wil dus, en  niet geforceerd door een ander. Meestal gaan onze vergrijpen over kleine zonden oftewel dagelijkse zonden. Maar pas op; geen flirten ermee, want ze verminderen de liefde tot God en vaak tot  onze naaste; en ze leiden zo gemakkelijk geleidelijk tot  doodzonden. Voor dagelijkse fouten geldt dus ook: Bekeer u en vraag om vergeving.

De betekenis van zonde wordt al tamelijk duidelijk gemaakt in de eerste bladzijden van de bijbel, als we door de letterlijke gebeurtenissen heen naar de eigenlijke zin durven zoeken. We zien dan in het paradijs een opstand tegen God. De mens wil zijn eigen IK  boven God stellen; hij wil zelf als God zijn. Dat is ook de betekenis van ‘de boom van de kennis van goed en kwaad’ waar de mens van at, namelijk ons geweten dat goed of kwaad zelf wil bepalen naar eigen keuze. Deze poging om zijn eigen wil en keuze boven God te stellen, is de eerste zonde, en het is ook de kern van elke ernstige zonde in de hele wereld.

Een ernstige zonde is een ernstige belediging van God. Het is ook veelal een vergrijp tegen onze naaste, tegen de mensheid of tegen het milieu. Bovendien is het een zware slag toegediend aan onszelf: Onze schitterende waardigheid van kind van God ofwel de heiligmakende genade in ons  wordt vergooid. Dat stralende leven van God in ons verdwijnt. Wee ons als we weigeren ons te bekeren en in die toestand sterven. Wie wil in die staat voor eeuwig blijven: gescheiden van God die de bron van onvergankelijk  geluk voor ons wilde zijn?  God heeft er de grootste hekel aan om iemand te veroordelen. Veel liever  beloont hij met een gelukkig en onvergankelijk leven. Maar wij kunnen door eigen schuld uit vrije wil hem voor eeuwig de rug toe keren. Dat is ongeveer wat hel betekent. Dan is het dus niet God die straft maar de mens zelf. Maar laten we zelf niemand oordelen of veroordelen, want wij weten niet wat er diep in een mens omgaat. Alleen God weet dat, en eens zal hij iedereen oordelen.

God is zo liefdevol en zo barmhartig dat hij staat te popelen om ons weer in zijn armen te omhelzen, zoals hij doet in het mooie verhaal van de Verloren Zoon. (Lucas 15) Maar  hij is geen goedzak die alles zomaar goed vindt. De mens moet zelf, zoals de Verloren Zoon, terugkeren naar zijn Vader. Hij moet  zich bewust zijn dat hij fout zit, berouw hebben ofwel zich bekeren en de Vader om vergeving vragen. Dat kan op verschillende manieren gedaan worden. Een heel voorname is  het sacrament van verzoening, de biecht;  dat prachtige geschenk dat Jezus ons gegeven heeft op de dag van zijn verrijzenis uit de dood. (Johannes 20, 21-23) Een heel goede gewoonte is een dagelijks gewetensonderzoek: jezelf even in stilte afvragen: Hoe is de dag verlopen? Wat heb ik voor goeds gedaan? Wat voor verkeerds?  Wat voor goeds heb ik nagelaten? Daarna berouwvol en nederig vergiffenis vragen.

Natuurlijk kan God ons ook op andere manieren vergeven, zoals wanneer wij er om vragen in de Eucharistie. Daar past Jezus zijn verzoenend lijden op ons toe en zegt: “Dit is mijn bloed dat voor u en alle mensen wordt vergoten tot vergeving van de zonden.” Nee, niet te luchtig praten over het kwaad in de wereld en in ons. Christus heeft deze vreselijke bederfelijke last op ZIJN schouders gedragen: de zonde van de eerste mens tot aan onze zonden, ja, tot die aan het einde van de wereld. Hij heeft ze al voor ons uitgeboet, en zo voor elk schepsel de weg gebaand terug naar de Vader en naar de gemeenschap van zijn kinderen de kerk. Alles wat wij te doen hebben is omkeren, terugkeren, bekeren.

Toen de Verloren zoon teruggekeerd was naar zijn vader was er een groot feest.. Wanneer wij vergeven zijn en weer verzoend met God en met elkaar, dan, ja dan is er reden tot feest vieren en vrolijk zijn. Jezus zegt het ook in hetzelfde verhaal van Lucas: “Er is meer vreugde in de hemel over één zondaar die zich bekeert dan over 99 anderen die geen bekering nodig hebben.” We vieren vooral het feest van Pasen uitbundig: Christus verrezen uit het graf; en wij uit ons zinloos bestaan naar nieuw leven, stralend met het Leven van Christus.