CRITICUS: Iedereen neemt wel aan dat Jezus van Nazareth een historische persoon was; zoon van Maria en Jozef de timmerman, een rondtrekkende rabbi of goeroe, zeer sociaal bewogen, begaan met zieken en verdrukten. Hij kreeg zo veel bewonderaars die in die tijd een messias verwachtten, dat hij zichzelf als messias begon te voelen. De groep van eerste Christenen gingen een stap verder en maakten hem goddelijk: de zoon van God. Jezus is niet echt Gods zoon. Maar hij is slechts een mens. Wel een die zich boordevol voelde met Gods wezen. Wij gewone mensen hebben veel minder van die goddelijke goedheid. Jezus wil daar iets aan doen: ons redden en ons meer verenigen met God. Als we beweren dat er maar één God is, waarom zeggen we dan dat Jezus God is?

Het hele evangelie van begin tot einde,  waarvoor de apostelen bereid waren hun leven te geven, vertelt ons dat de Zoon van God die van alle eeuwigheid bij de Vader is,  gezonden is door God om ons te verlossen. De Geloofsbelijdenis van Nicea dat al vele eeuwen beleden is in christelijke zondag vieringen, somt het aldus op:

      Ik geloof….in één Heer Jezus Christus, eniggeboren  Zoon van God,
      voor alle tijden geboren uit de Vader.
      God uit God, licht uit licht, ware God uit de ware God.
      Geboren, niet geschapen. Één in wezen met de Vader,
      en door wie alles geschapen is.
      Hij is voor ons mensen en omwille van ons heil uit de hemel neergedaald.
      Hij heeft het vlees aangenomen door de heilige Geest
      uit de maagd Maria, en is mens geworden.

Dus de oneindige almacht, wijsheid en liefde van de Vader zijn ook die van de Zoon. Dat betekent dat de hele goddelijke natuur of  “wezen” van God de Vader is eigen aan de Zoon. Een in wezen met de Vader: dat is oneindig veel meer dan wij één zijn met God..
Als we JEZUS Christus aannemen enkel en alleen als een sociaal bewogen barmhartige mens, leraar of profeet, kunnen we ons niet echt  ‘Christen’ noemen.