CRITICUS:  Wanneer een mens sterft worden zijn zonden  – als die er zijn – uitgewist , en gaat hij direct naar de hemel. God is zo barmhartig; Hij heeft geen vagevuur nodig. Het is dus niet nodig om voor de overledenen te bidden, maar we mogen wel tot  hen bidden om ons tot steun te zijn. Voor de rest is een dodenherdenking alleen wat het woord zegt: hen herdenken in liefde en respect. Trouwens, wat weten we eigenlijk van het hiernamaals? En wat  dat folterende vagevuur betreft: het staat nergens vermeld in de bijbel.

 

       Na de uitvaartdienst van een familielid, zat ik aan de koffie met een vriend die zei: “Bedankt voor je preekje. Maar dat vagevuur waar je het over had, kun je zelf houden.”

Ik  antwoordde half schertsend:  “Willy, als jij nog eens voor de gouden hemelpoort komt te staan, en Petrus zegt: “Kom maar binnen, beste man!” dan weet ik wel zeker dat jij zult antwoorden:  “Alstublieft nog niet, Petrus. Ik ben niet klaar om in mijn oude plunje voor de allerheiligste God te verschijnen. Laat me eerst voorbereid worden en gelouterd.”

       In het Bijbelboek Openbaring zegt Johannes over de hemelse stad Gods: “Niets wat onrein is kan er binnengaan.” (21, 27)  Het ‘vagevuur’ wordt niet woordelijk in de Heilige Schrift genoemd, maar is wel degelijk verondersteld. Zelfs al vóór de komst van Christus lezen we in het Tweede boek Makkabeeën: “Daarom liet hij voor de overledenen een zoenoffer opdragen, opdat zij van hun zonde zouden worden vrijgesproken.”(12, 45) En lees ook eens de mooie tekst in de eerste brief van Paulus aan de gelovigen van Korinte  3, 13-15 !

       Vanaf de eerste christen tijden heeft de kerk de Eucharistie opgedragen en voorbeden gedaan – vaako ondergronds in de catacomben – opdat de overledenen gelouterd zouden worden en zo tot de gelukzalige aanschouwing van God konden komen. Als ons leven op aarde met al  zijn falen en zonden niets te betekenen heeft voor ons eeuwige leven hierna, dan zijn alle gebeden en offers voor de gestorvenen door alle eeuwen heen nutteloos geweest. Het bestaan van een vagevuur of louteringsoord is dan ook aanvaard in de voorbije eeuwen door Joden zowel als Christenen van oost en van west, zoals we kunnen zien in hun geschriften, gebeden en vieringen voor overledenen. De heilige Augustinus schrijft: “Men mag er niet aan twijfelen dat door de gebeden van de kerk en door het heilig misoffer, alsook door de aalmoezen, welke terweille van de afgestorvenen aan God worden opgeofferd, de zielen van de overledenen worden geholpen. God bejegent hen met meer barmhartigheid dan dat zij om hun zonden hadden verdiend. Want dit gebruik om voor de overledenen te bidden, dat door onze voorvaderen werd pvergeleverd, zien wij door de hele kerk onderhouden.” (Serm. 172, n 2)

       Dat wij in onze materiële wereld ons geen voorstelling kunnen maken van het leven hiernamaals zoals het vagevuur, is geen reden om het te ontkennen of te betwijfelen. Het vuur is voor velen een obstakel. Maar dat heeft weinig te maken met ons materiële vuur op aarde. Het betekent een geestelijke loutering van de ziel. Geef het een andere naam als je wilt, bijvoorbeeld louteringsoord. Er is gerust wel het een en ander in ons leven te reinigen of recht te zetten. Dat gebeurt met behulp van de beste en meest barmhartige geestelijke Leidsman,  Jezus Christus. Onze liefdeloosheid, onze haat, onze zelfzucht, onze vooroordelen  voor anderen moeten eerst onder zijn leiding veranderen in onbaatzuchtige en volledige liefde. Onze oneerlijke praktijken waar we misschien zó aan gewend waren dat ons geweten ze niet eens meer herkende als zonden,  moeten veranderen in totale rechtvaardigheid.  Hetzelfde geldt voor al onze tekortkomingen en zonden. Hoe zouden we anders voor de allerheiligste God durven verschijnen en voor eeuwig met hem zijn in de gelukzaligheid van de hemel? Of denk je dat alle schuld , alle kwaad en alle diepgewortelde ondeugden zomaar verdwijnen  wanneer we sterven? Ook vanuit onze menselijke redenering komen we dus tot de conclusie dat er een oord voor voorbereiding op de hemel moet bestaan.

       Is het verblijf daar pijnlijk? Ja. Kwaad dat bedreven wordt staat nu eenmaal in relatie tot pijn. Het heeft geen zin dit feit te verdoezelen. Maar het is een geestelijke pijn;  een heel andere pijn dan die van onze aardse ziektes en wonden, lichamelijk of mentaal. We kunnen er ons geen voorstelling van maken. Theologen en mystici spreken van hevige spijt over zonden begaan tegen  de  algoede God en tegen de naaste, en diep verlangen naar onze God en Vader die ons eindeloos bemint. Misschien mogen we het wel vergelijken met wat een kind meemaakt dat met een besmettelijke ziekte in afzondering ligt in het ziekenhuis. Zijn vader of moeder bezoekt het en mag door een raampje in de deur naar hem wuiven en glimlachen. Het kind huilt van heimwee, van puur verlangen om met zijn ouders verenigd te zijn, maar kan het helaas nog niet, totdat zijn ziekte is overwonnen. In nog grotere mate zal ook de pijn in het vagevuur, de plaats van voorbereiding, intens en diep zijn. Want de liefde tot God en de heimwee naar Hem zijn diep en intens.

       De leer van het  vagevuur is de meest humane die men zich kan voorstellen. Hoeveel mensen heeft het niet getroost die treurden om het overlijden van ouders, zoon of dochter  die totaal op het verkeerde pad waren geraakt, en dus echt niet zomaar naar de hemel zouden gaan. God is rechtvaardig. Dat mogen we niet vergeten. Maar gelukkig is zijn barmhartigheid nog groter!  Zijn Zoon Jezus Christus, de Goede Herder, is hun meest liefdevolle Heiland en Heler die hen perfect voorbereidt op het gelukzalige eeuwige leven.

       Het moet ook een grote vertroosting zijn dat wij hen kunnen helpen door ons gebed, welk gebed dan ook, maar vooral door de Eucharistieviering. Ook kunnen wij hun verblijf in hun louteringsoord verlichten of verkorten door ons eigen lijden en onze goede werken op te offeren voor hen. Eveneens  kan het een grote troost zijn voor mensen die dodelijk ziek zijn en in grote pijn, te weten dat hun lijden, opgeofferd aan de Heer, hun vagevuur zal verlichten of helemaal opheffen. We geloven in de Gemeenschap der heiligen  (de band die er bestaat tussen de kerk op aarde, de mensen in het vagevuur en hen die in de hemel zijn). Dan hebben we de blijde zekerheid dat wij elkaar kunnen helpen. En dat zij ons kunnen helpen!  Bid dus vóór hen, en bid ook gerust tot hen om hulp en steun.

       Nee, als we onze geliefde doden alleen maar gedenken, dan doen we hen zeker te kort; en onszelf ook.

 

 

 

  • Meest recente aanpassing(en): maandag 01 april 2030, 19:08:51.